In een normaal jaar, met normale weersomstandigheden, gaan we vanaf half mei tot eind mei de nestkasten controleren op jongen. Bij deze controle komen we er ook achter hoeveel van de eieren, die bij de vorige controle geteld zijn, uitgekomen zijn. Het aantal jongen is van belang voor het in stand houden van de populatie.
Tijdens de jongencontrole meten en wegen sommige werkgroepen de jongen, om zo tot een conditiebepaling te komen. Door te kijken wat de conditie van de jongen is, kan afgelezen worden hoe het voedselaanbod is. Is er voldoende voedsel, dan zullen de jongen goed op gewicht zijn. Als er een slechte voedselsituatie is zullen de jongen ook in een mindere conditie verkeren.